|
|||||||||
KlokkenluidersregelingArtikel 1. Definities
a) een (dreigend) strafbaar feit; Artikel 2. Procedure en termijnen 1. De melder meldt schriftelijk een vermoeden van een onregelmatigheid bij de complianceofficer, behoudens de situatie zoals bedoeld in artikel 3. Een werknemer meldt een vermoeden van een onregelmatigheid intern bij zijn leidinggevende of indien hij melding aan zijn leidinggevende niet wenselijk acht bij de complianceofficer. 2. De complianceofficer of de leidinggevende legt de melding, met de datum waarop deze ontvangen is, vast. Indien de melding is gedaan bij de leidinggevende brengt de leidinggevende de complianceofficer onverwijld op de hoogte van de melding. 3. Complianceofficer stuurt een ontvangstbevestiging aan de melder die een vermoeden van een onregelmatigheid heeft gemeld. 4. Onverwijld wordt een onderzoek naar aanleiding van de melding van een vermoeden van een onregelmatigheid door de complianceofficer ingesteld. 5. De melder die het vermoeden van een onregelmatigheid meldt en degene(n) aan wie het vermoeden van de onregelmatigheid is gemeld behandelen de melding vertrouwelijk. Zonder toestemming van de complianceofficer wordt geen informatie verschaft aan derden binnen of buiten het kantoor en zijn netwerkorganisaties. Bij het verschaffen van informatie zal de naam van de melder niet worden genoemd en ook overigens de informatie zo worden verstrekt dat de anonimiteit van de melder voor zover mogelijk gewaarborgd is. 6. Binnen een periode van acht weken vanaf het moment van de melding wordt de melder door de complianceofficer schriftelijk op de hoogte gebracht van een inhoudelijk standpunt omtrent het gemeld vermoeden van een onregelmatigheid (dan wel omtrent een verlengingstermijn voor behandeling). Daarbij wordt aangegeven óf, en zo ja, tot welke stappen de melding heeft geleid. Artikel 3. Melding aan het bestuur a) hij het niet eens is met het standpunt of de verlengingstermijn voor behandeling als bedoeld in artikel 2 lid 6;2. Het bestuur legt de melding, met de datum waarop deze ontvangen is, desgevraagd schriftelijk vast. 3. Het bestuur stuurt een ontvangstbevestiging aan de melder die een vermoeden van een onregelmatigheid heeft gemeld. 4. Onverwijld wordt een onderzoek naar aanleiding van de melding van een vermoeden van een onregelmatigheid door het bestuur ingesteld. 5. De melder die het vermoeden van een onregelmatigheid meldt en degene(n) aan wie het vermoeden van de onregelmatigheid is gemeld behandelen de melding vertrouwelijk. Zonder toestemming van het bestuur wordt geen informatie verschaft aan derden binnen of buiten het kantoor en zijn netwerkorganisaties. Bij het verschaffen van informatie zal de naam van de melder niet worden genoemd en ook overigens de informatie zo worden verstrekt dat de anonimiteit van de melder voor zover mogelijk gewaarborgd is. 6. Binnen een periode van acht weken vanaf het moment van de interne melding wordt de melder door het bestuur schriftelijk op de hoogte gebracht van een inhoudelijk standpunt omtrent het gemeld vermoeden van een onregelmatigheid (dan wel omtrent een verlengingstermijn voor behandeling). Daarbij wordt aangegeven óf, en zo ja, tot welke stappen de melding heeft geleid. Artikel 4. Rechtsbescherming
|
|||||||||